Meicirculaire

In de gemeentefondscirculaires informeert het ministerie van BZK gemeenten over de ontwikkelingen van de algemene uitkering. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Via de normeringssystematiek (trap op/trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. Eind mei 2017 is de meicirculaire verschenen. Deze circulaire bevat informatie over de hoeveelheid middelen die we de komende jaren van het Rijk verwachten te ontvangen via het gemeentefonds. Omdat de kabinetsformatie bij het schrijven van deze begroting nog niet is afgerond, is deze meicirculaire beleidsarm. In de circulaire is uitgegaan van hogere loon- en prijsstijgingen op rijksniveau die doorwerken naar het gemeentefonds. Dit geldt ook voor de integratie-uitkering Sociaal Domein.
De financiële effecten van de meicirculaire zijn via de raadsinformatiebrief 2017-064 “Gevolgen meicirculaire 2017” aan uw Raad kenbaar gemaakt.
In de programmabegroting 2018-2021 zijn de financiële gevolgen van de meicirculaire 2017 opgenomen. In de Kadernota 2018-2021 zijn de budgettaire effecten van de septembercirculaire 2016 verwerkt, omdat de meicirculaire 2017 op het moment van aanbieden van de Kadernota 2018-2021 aan uw Raad nog niet beschikbaar was. Dat leidt tot de volgende financiële effecten voor de komende jaren (een – betekent minder ruimte): 

Tabel: MC.01 Raadsinformatiebrief meicirculaire 2017
(bedragen x € 1.000,--)

BEGROTING 2018

RAMING 2019

RAMING 2020

RAMING 2021

Meicirculaire 2017

267.204

268.136

267.946

266.752

Septembercirculaire 2016 (-/-)

253.860

253.189

252.711

252.711

Verschil

13.344

14.947

15.235

14.041

Af: Taakmutaties (-/-)

5.648

5.607

5.890

5.423

Resteert

7.696

9.340

9.345

8.618

Af: Al in Kadernota 2018 opgenomen (-/-)

3.600

3.600

3.600

3.600

Af: Effect van groei stad en land (-/-)

1.086

1.490

1.273

2.064

In deze tabel is er ten onrechte geen rekening gehouden met een loon- en prijspeilaanpassing in 2021.

Ontwikkeling Algemene Uitkering ten opzichte van de Begroting 2017

Tabel: MC.02 Ontwikkeling Algemene uitkering ten opzichte van de begroting 2017
(bedragen x € 1.000,--)

BEGROTING 2018

RAMING 2019

RAMING 2020

RAMING 2021

Begroting 2018-2021

267.204

268.136

267.946

266.752

Begroting 2017-2020

253.159

251.366

250.362

250.362

Verschil

14.045

16.770

17.584

16.390

Kadernota 2018*

6.400

7.500

8.000

3.400

* Dit zijn de totalen van de loon-/ prijspeilaanpassing en de gevolgen uit de septembercirculaire 2016 zoals deze opgenomen zijn in de Kadernota zie tabel FO.01

toelichting algemene uitkering

Bijgevoegde tabel betreffen de uitgangspunten zoals deze bekend waren bij het opstellen van de meicirculaire 2017.   Zo groeit Amersfoort als stad in de komende jaren harder dan de verwachte groei voor in de rest van Nederland. Dit vloeit voort uit de groei van diverse maatstaven ( zoals; inwoners, ouderen, woningen). De verdeling van het gemeentefonds is mede afhankelijk van deze maatstaven waardoor deze groei de komende jaren leidt tot extra inkomsten. Echter bij deze groei behoort ook extra lasten voor de samenhangende activiteiten. In de programmabegroting 2018 zijn  deze lasten  die betrekking hebben op de groei van de stad meegenomen .
De  uitkomsten van de meicirculaire 2017  zijn opgenomen in de begroting 2018; de financiële ruimte die hierdoor gecreëerd wordt wenst het college, in het kader van financiële degelijkheid over te laten aan een nieuw te vormen coalitie komend voorjaar. Uw Raad heeft dit voorstel tijdens de behandeling van de Kadernota 2018-2021 overgenomen.
Voor wat betreft de ontwikkeling ná 2019 dient de geschetste ruimte met de grootste voorzichtigheid bekeken te worden. Ten eerste wordt de extra ruimte deels veroorzaakt door een hogere loon/prijsontwikkeling aan de Rijkszijde, die doorwerkt naar het gemeentefonds.  Bij het voortzetten van de trends van hogere lonen en prijzen, lopen we het risico dat we zelf ook meer geld moeten inzetten om de gestegen lonen en prijzen in onze gemeente te kunnen betalen. Per saldo houden we dan geen extra reële bestedingsruimte over.
Daarnaast is de kans groot dat een nieuw kabinet ook nieuwe keuzes over de groei van de algemene uitkering en/of over aanvullende kortingen op het gemeentefonds maakt. Ook zijn de gemeentefondsramingen op de langere termijn sowieso uitermate onzeker. Het doorschuiven van grote infrastructurele projecten door het Rijk kan op het gemeentefondsaccres voor Amersfoort een verschil van miljoenen euro’s betekenen. Daarnaast speelt in elk geval de opschalingskorting die ná 2021 ook nog gewoon door blijft lopen. Dit beperkt de beschikbare structurele financiële ruimte.

Update van de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering uit het gemeentefonds

Om te berekenen wat het totaalbedrag is dat we aan algemene uitkering kunnen verwachten, maken we een inschatting van onze scores op de verdeelmaatstaven, zoals bijstandsgerechtigden, inwoners, jongeren, ouderen etcetera. Een keer per jaar, ter voorbereiding op de nieuwe begroting, herijken we deze maatstaven naar de nieuwste inzichten. Deze herijking van de maatstaven levert, ten opzichte van de begroting 2017-2020 een voordeel op in 2018 tot en met 2021.

Accres meicirculaire

De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af methode wordt het accres genoemd.
Het hogere accres in 2018 is  vooral het effect van hogere loon- en prijsontwikkeling op de rijksbegroting alsmede een compensatie voor gestegen pensioenpremies ABP.

Integratie Uitkering Sociaal Domein

De voorgenomen overheveling per 2018 van de integratie-uitkering Sociaal domein naar de algemene uitkering is uitgesteld. Het Rijk heeft ingestemd met het verzoek van de VNG om eerst afspraken te maken over de structurele indexering van de betreffende budgetten. Besluitvorming daarover is aan een nieuw kabinet, zodat overheveling naar verwachting niet eerder dan met ingang van 2019 kan plaatsvinden.

Taakmutaties uit de meicirculaire 2017

Tabel: MC.03 Taakmutaties uit de meicirculaire 2017
(bedragen x € 1,--)

BEGROTING 2018

RAMING 2019

RAMING 2020

RAMING 2021

Bodemsanering

-2.090

-2.090

-2.090

-787.187

Subtotaal 3: Stedelijk beheer en milieu

-2.090

-2.090

-2.090

-787.187

Gezond in de stad

184.804

184.804

184.804

184.804

Maatschappelijke opvang

9.862

9.862

9.862

9.862

Voorschoolse voorziening peuters

0

0

0

87.726

Vrouwenopvang

17.545

17.545

17.545

17.545

WMO

266.654

266.654

267.487

623.149

Armoedebestrijding kinderen

733.272

733.272

733.272

733.272

Armoedebestrijding ouderen

0

-40.471

0

0

Individuele studietoeslag

28.884

28.884

28.884

28.884

Integratieuitkering Sociaal Domein

4.217.643

4.194.976

4.437.272

4.311.222

Subtotaal 4: Sociaal Domein

5.458.664

5.395.526

5.679.126

5.996.464

Beeïndiging betaling derden (VNG)

191.635

213.446

213.446

213.446

Totaal taakmutaties

5.648.209

5.606.882

5.890.482

5.422.723