Beleidskader – Openbare Ruimte

Om de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, zoals wegen, bruggen, riolering en verlichting, op een voldoende niveau in stand te houden voert de gemeente onderhoudsmaatregelen uit. In juni 2016 is het 'Integraal beheerplan openbare ruimte 2019-2028' vastgesteld. Met het vaststellen van dit beheerplan zijn de benodigde middelen beschikbaar gesteld om de huidig openbare ruimte in stand te houden op het gewenste niveau, de 'Amersfoortse basis'. Dit geldt voor het structurele dagelijks onderhoud, het groot onderhoud en de vervangingsopgave die op Amersfoort afkomt. De begrotingssystematiek is aangepast aan de gewijzigde regelgeving van het 'besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten' (BBV). Vanaf het begrotingsjaar 2019 wordt het in stand houden van de openbare ruimte gedekt vanuit de exploitatie (met name dagelijks onderhoud), een voorziening 'groot onderhoud openbare ruimte' (groot onderhoud wegen, openbare verlichting, kunstwerken, baggeren en vervanging groen en bomen) en kapitaalsinvesteringen (alle overige vervangingen, zoals wegen, bruggen of grote speelplekken). Voor het groot onderhoud en vervangingen stellen we jaarlijks een (financieel) voortschrijdend meerjarenonderhouds-programma op met de concrete activiteiten en projecten die we in voorbereiding en uitvoering nemen en de kosten daarvan. Dit programma beslaat steeds een periode van vier jaar, gelijklopend met de periode van de meerjarenbegroting. Hier wordt jaarlijks ook de indexering in meegenomen.  In het meerjarenonderhoudsprogramma worden ook de projecten voor de gemeentelijke riolering opgenomen. De besluitvorming en financiering daarvan loopt via het gemeentelijke rioleringsplan (GRP).
Programma groot onderhoud en vervangingen
Het meerjarenonderhoudsprogramma  2018-2021 bevat circa 90 projecten door de hele stad. Dit zijn zowel integrale projecten met een gecombineerde aanpak van riolering, wegen, groen, kunstwerken en verlichting, als sectorale projecten voor één van deze onderdelen. Bij de uitvoering van groot onderhoud en vervangingen geven we ook vorm aan duurzaamheidsdoelstellingen, zoals tegengaan wateroverlast, voorkomen verdroging en hittestress, vergroening van de stad, circulariteit en CO2-neutraal.
De transitie naar een CO2-neutrale gemeente gaat de planning van onderhoud en vernieuwing van de openbare ruimte in de komende jaren beïnvloeden. Hier gaat het immers over de eventuele aanleg van collectieve warmtenetten, gasloze wijken en de daarvoor benodigde verzwaarde elektriciteitsnetten. Waar mogelijk zullen we onderhoud en vervangingen hiermee combineren.

Tot en met 2018 zijn de beschikbare beheer- en onderhoudsbudgetten leidend. De bestaande voorzieningen voor groot onderhoud van wegen, groen, kunstwerken en baggeren worden eind 2018 afgesloten. Het zal niet lukken om deze voorzieningen volledig te benutten in 2018, omdat een aantal van de geplande projecten vertraging oploopt in de voorbereiding en/of de uitvoering.
Vanaf 2019 is er voor groot onderhoud en vervanging een nieuwe ontschotte voorziening groot onderhoud. Daarnaast is er de voorziening riolering en zijn er vervangingsinvesteringen beschikbaar. In de aanpak zoeken we naar een balans in de aanpak van woongebieden, werkgebieden, hoofdinfrastructuur, centrum en grote groen- en bosgebieden.
In woongebieden is de leeftijd vooral bepalend voor de noodzaak tot vernieuwing. In het meerjarenonderhoudsprogramma 2018-2021 ligt het accent in woongebieden op projecten in de zuidelijke delen van Amersfoort, namelijk Berg, Leusder- en Vermeerkwartier,  Randenbroek en Kruiskamp. Dit zijn de oudste woonwijken en wijken waar nog gemengde rioolstelsels liggen. De komende jaren zullen in deze wijken ook de resterende straten worden aangepakt. Het bijleggen van regenwaterriolen, afkoppelen en voorkomen van wateroverlast is doorgaans de aanleiding om deze projecten te starten. Maar tegelijkertijd wordt werk-met-werk gemaakt en de bovengrondse openbare ruimte met verharding, groen en lichtmasten heringericht en vernieuwd. Daarnaast liggen ook projecten in Hoogland en Hooglanderveen.
Na de genoemde wijken verschuift het accent in de vervangingsinvesteringen naar Liendert, Schuilenburg en vervolgens naar Schothorst-Zuid. De aanpak zal veranderen omdat in deze, wat jongere wijken al een gescheiden rioolstelsel aanwezig is. Hier is relinen van het riool aan de orde; het is minder vaak nodig om het hele riool te vervangen of te vergroten. Wel is het nodig om de versleten openbare ruimte te vernieuwen en daar waar nodig aan te passen aan de huidige eisen zoals verkeer.
Het zwaartepunt in de werkgebieden ligt bij het opknappen van de openbare ruimte in de Isselt. Met name gaat het dan om het gebied rondom de Neonweg.
Het hoofdwegennet wordt jaarlijks geïnspecteerd. Winterschade wordt hersteld op die plekken waar het nodig is. Met de extra beschikbaar komende middelen voor groot onderhoud, is het daarnaast mogelijk om gericht over grotere wegvakken de deklagen te vervangen. Aandachtspunt hierbij zijn de wegen met geluidsreducerend asfalt. Deze asfaltconstructie is minder sterk, waardoor deze vaker moet worden hersteld.
Voor grotere groen- en bosgebieden worden over langere periodes beheerplannen uitgevoerd. Grotendeels gebeurt dit vanuit de budgetten voor dagelijks beheer en onderhoud. In aanvulling hierop wordt vanuit de voorziening groot onderhoud openbare ruimte een aanvullende inzet gedaan in Nimmerdor, park Schothorst, het bosgebied Berg en de groengordel Soesterkwartier.

Amersfoortse basis

Amersfoortse basis

Amersfoorte basis

In 2016 realiseerden we in Amersfoort gemiddeld een B-kwaliteit voor de technische staat van de openbare ruimte. Behalve in de binnenstad, is B-kwaliteit ook de beoogde kwaliteit.Ten opzichte van 2015 is er wel het dubbele aantal sancties opgelegd aan de onderhoudsaannemers. Dit betekent dat zij vaker niet de beoogde kwaliteit behaalden of deze snel genoeg herstellen. Om aan het criterium ‘B’ te voldoen, hanteert Amersfoort de norm dat maximaal 20% van de openbare ruimte een lage (‘C’) of zeer lage kwaliteit (‘D’) mag hebben. Alle onderdelen van de openbare ruimte voldoen in 2015 aan deze norm, behalve beschoeiingen. Zo lang een beschoeiing veilig is, accepteren we hier kwaliteitsniveau ‘C’.
De beoogde kwaliteit staat op onderdelen onder druk, onder andere door het uitstellen van vervangingen. Waar de veiligheid en functionaliteit kunnen worden gewaarborgd, wordt de beeldkwaliteit en ‘toonbaarheid’ wel aangetast. Dit is bijvoorbeeld het geval bij beplantingen zoals heestervakken, die worden ‘doorbeheerd’ waarbij we blijven beheren maar niet vervangen. Er is geen sprake van onveiligheid, maar de beeldkwaliteit neemt steeds verder af. in de Binnenstad is de ambitie voor de bovengrondse openbare ruimte kwaliteitsniveau ‘A’, maar in de praktijk ligt de gerealiseerde kwaliteit hier iets onder. Dit komt met name door later vervangen van areaal, in combinatie met de hoge gebruiksdruk en extra slijtage.

Onderhoudtabel

Gerealiseerde kwaliteit 2016

Technische staat

Inspectie- monitoringsmethode

Groen

B

Beeldkwaliteit CROW kwaliteitscatalogus

Bomen

B

Kwaliteitseisen Beheerrichtlijnen Bomen/ BVC-inspectie

Spelen

B

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen

Oevers en beschoeiingen

B-C

Inspectie op veiligheid

wegen

B

Inspectie CROW schadebeelden/beeldkwaliteit

Civiele kunstwerken

B

Inspectie op veiligheid/ functionaliteit

Openbare verlichting

B

Inspectie op functionaliteit/ NSVV-normen/ beeldkwaliteit

Riolering

B

Functioneel niveau/ RIONED-normen

Beleidskader – Gebouwen voor maatschappelijk en ruimtelijk beleid

De gemeentelijke vastgoedportefeuille bestaat in hoofdlijn uit twee delen: het maatschappelijk vastgoed en het strategische vastgoed. Het maatschappelijk vastgoed huisvest organisaties die van belang zijn voor een prettige woonomgeving, sociale cohesie en maatschappelijk welzijn. Voorbeelden zijn de binnen- en buitensportaccommodaties, welzijns- en culturele accommodaties en diverse monumenten die van belang zijn voor de cultuurhistorische waarde van de stad. De strategische portefeuille bestaat uit (tijdelijk) vastgoed dat verworven is voor de uitbreiding en kwalitatieve verbetering van de stad, zoals voor woningbouw en bedrijfsmatige en infrastructurele projecten.
Wij hebben circa 450 vastgoedobjecten, die bestaan uit gronden en gebouwen. Het zijn musea, wijkcentra, monumenten, sportgebouwen en - velden, atelierruimtes, scholen, gronden en terreinen, enkele woningen en de ambtelijke huisvesting.
Onderdeel van ons vastgoed zijn ook ongeveer 25 monumentale objecten, onder andere de Koppelpoort, de Onze Lieve Vrouwe-toren en Monnikendam. Het betreffen met name objecten die een cultuurhistorische en/of maatschappelijke functie binnen de gemeente hebben. De exploitatie van deze groep panden kan door hun kenmerkende karakter niet kostendekkend gebeuren. Het betreffen namelijk objecten die niet of slechts gedeeltelijk te verhuren zijn en hoge onderhoudskosten hebben omdat het onderhoud zeer specialistisch van aard is. Om het tekort op de exploitatie in deze groep te verkleinen is een structurele bijdrage in de begroting gereserveerd. Hiermee wordt de instelling van een onderhoudsvoorziening voorbereid.
Het beheer en de exploitatie hebben wij (deels) uitbesteed aan SRO Amersfoort BV. Hiervoor hebben wij een Raamovereenkomst onroerende zaken gesloten voor de periode 2015-2019, waarin ook zaken als staat van onderhoud en exploitatierisico zijn opgenomen. Jaarlijks stellen wij samen met SRO een allonge op de Raamovereenkomst vast, waarin onder andere de tarieven en kritische prestatie-indicatoren (KPI’s) worden geactualiseerd. Met de KPI’s sturen wij op de verbetering van de kwaliteit en prestaties van ons vastgoed en SRO. Daarnaast werken wij zelf aan deze verbetering op basis van de kaders in de Nota Vastgoedbeheer, door bijvoorbeeld beleid te ontwikkelen op het verduurzamen en het beter toegankelijk maken van het vastgoed.

Beleidskader – Gebouwen voor gemeentelijke organisatie

Op 27 juni 2017 heeft de raad besloten tot een duurzame renovatie van het stadhuiscomplex.  In het nieuwe kantoorconcept staat ontmoeten en samenwerken centraal. Door de toepassing van dit concept kunnen we  onze huisvesting efficiënter  maken en van 5 verschillende locaties naar 1 locatie gaan. De reductie van energiekosten en meer mogelijkheid tot flexibel werken moeten er toe leiden dat de renovatie op termijn budgetneutraal wordt gerealiseerd.

Het in juni 2017 aangeboden uitgewerkte plan voor een duurzame renovatie wordt voldaan aan de criteria die in het coalitieakkoord waren meegegeven, waarbij wij de vergelijking hebben gemaakt tussen de voortzetting van het huidig beleid met een gerenoveerd Stadhuis.

In het raadsbesluit om een huis voor de stad te realiseren wordt er van uitgegaan dat dit in eigen beheer binnen de jaarlijkse exploitatiekosten en de overige beschikbare middelen wordt uitgevoerd. Tevens is hierbij  het besluit genomen de locatie Langegracht (huisvesting Archeologie) al eerder af te stoten en de huisvesting voor Archeologie te realiseren op de locatie van Stadhuisplein 7 in de nabijheid van het Stadhuis.
In afwachting van de start van de werkzaamheden voor de renovatie in 2019 wordt voor de te renoveren gebouwdelen en de te verlaten gebouwen alleen het hoogst noodzakelijk onderhoud uitgevoerd.

Op dit moment beschikken we  niet over  een onderhoudsvoorziening die rekening houdt met bovenstaande ontwikkelingen. Op basis van verslaggevingsregels in het niet toegestaan om de voorziening onderhoud stadhuiscomplex te handhaven. Er is immers geen rekening gehouden met een verwachte renovatie. In 2015 is de voorziening geheel vrijgevallen en gestort in de  bestemmingsreserve onderhoud gebouwen stadhuisplein.
De reserve wordt gevoed met de jaarlijks dotatie voor onderhoud gebouwen stadhuisplein. De onttrekking zal op basis zijn van de werkelijk uitgaven plaatsvinden. Dat betreft het hoogstnoodzakelijk onderhoud voor de te renoveren bouwdelen en af te stoten locaties en de geraamde onderhoudskosten voor de niet te renoveren locaties (Stadhuisplein 4,5 en 7, Hof 2 en de gebouwen van CNME).

Na het gereedkomen  van de renovatie wordt een nieuw duurzaam meerjarenonderhoudsplan opgesteld, waarna de reserve wordt omgebouwd naar een reguliere onderhoudsvoorziening

ICT

De IT (vervangings)investeringen bestaan zowel uit vervangingen op het terrein van de technische infrastructuur als vervanging en doorontwikkeling van bedrijfsapplicaties. Het doorvoeren van de vervangingen is gericht op het handhaven van de bedrijfszekerheid en (verplicht) meegroeien met ontwikkelingen van leveranciers (technologie) en wet- en regelgeving.

Onderwijsgebouwen

Wij werken op dit moment met de verordening ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Amersfoort’. Deze verordening hebben wij omdat het noodzakelijk is de toekenning van voorzieningen in de huisvesting voor basisonderwijs, speciale scholen voor basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en (speciaal) voortgezet onderwijs te regelen.
Wij hebben het economisch claimrecht op de onderwijsgebouwen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Na een wijziging van de onderwijswetgeving op 1 januari 2015 zijn alle schoolbesturen verantwoordelijk voor het totale onderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen. Wij zijn verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding en vervangende nieuwbouw. Wij hebben een Integraal Huisvestingsplan gemaakt om onderwijshuisvesting te vervangen en te verduurzamen. Samen met de schoolbesturen hebben we de mogelijkheden onderzocht om een overeenkomst te sluiten tot doordecentralisatie van de uitvoering van de gemeentelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting. Meer hierover kunt u vinden in programma 5.

Tabel afschrijvingsduur per categorie

Categorie

Afschrijvingsduur

Materië"le vaste activa

Automatisering:

Netwerkbekabeling glas

10 jaar

Thin-cliënts'

6 jaar

Server software en licenties

3 á 5 jaar

Werkplekken

2 á 5 jaar

Data center voorzieningen

3 á 6 jaar

Inventaris:

Meubilair

10jaar

Overige voorzieningen

5 á 15 jaar

Vervoermiddelen:

Dienstauto's

5 jaar

Gebouwen:

Scholen

40 jaar

Sporthallen/ gymzalen

40 jaar

Theatervoorzieningen en overige gebouwen

25 á 50 jaar

Kleed- en wasaccomodotaties

25 jaar

Diverse noodlokalen

15 jaar

Terreinen:

Sportterreinen

40 jaar

Speelterreinen

30 jaar

Kunstgrasvelden

10 jaar

Infrastructuur:

Reconstructies en groot onderhoud wegen

25 á 40 jaar

Kademuren/ bruggen

50 jaar

Beschoeiingen

40 jaar

Houten bruggen

25 jaar

Verkeersregelinstallaties

10 jaar

Openbare verlichting masten

48 jaar

Openbare verlichting armaturen

24 jaar

Openbare verlichting kabels

60 jaar

Openbare verlichting schakelkasten

30 jaar